“hoe vergroot ik de veiligheid in een magazijn”.

Alle onderwerpen die ik hierbij kan bedenken zullen in de loop der tijd de revue passeren. In dit blog geen opgeheven vingertjes, geen opsomming van alle regels, geen droge serie wetsartikelen maar vooral praktische zaken, zaken van alledag.

Ik houd me vanzelfsprekend aanbevolen voor suggesties over onderwerpen, voor vragen en voor op- en aanmerkingen. De wijsheid heb ik zeker niet in pacht al loop ik toch alweer een jaartje of 30 tussen de magazijnstellingen.

woensdag 25 september 2013

De voetplaat

Onder bijna alle type magazijnstellingen zitten voetplaten, deze moeten de druk van de staander op de vloer verdelen en moeten zo zijn gemaakt dat er door de voetplaat in de vloer verankerd kan worden. Eventuele vulplaten die onder de voetplaten worden gelegd om de stellingen in het lood (waterpas) te zetten dienen zoveel mogelijk de gehele voetplaat te ondersteunen.

Het type voetplaat wordt bepaald door de druk van de staander op de voetplaat en wordt door fabrikant en/of importeur van de magazijnstellingen berekend. Hierbij dient ook gekeken te worden naar de drukvastheid van de vloer. (vaak is het verstandig om bij het bedrijf dat de betonvloer heeft gestort te informeren wat de druk per cm² mag zijn) Bij tweedehands stellingen dus goed opletten welke voetplaten er gemonteerd zijn en zorgen dat de draagvermogen gegevens van de stellingen met de gemonteerde voetplaten worden meegeleverd en worden aangebracht op de stellingen (over de draagvermogenborden, als we wat hoger in de stellingen zijn aangeland, meer)

voetplaat type magazijnstelling

Op de afbeelding hier boven is goed te zien dat bij gebruik van staanders van de types:
P1 t/m P3 er een voetplaat wordt gebruikt met een bepaalde vorm en een dikte van 5 mm en dat voor de staander type P4 een groter en dikker type wordt gebruikt.

magazijnstelling voetplaat type 1

magazijnstelling voetplaat type 2
Een andere fabrikant heeft gekozen voor de oplossing zoals hier links zichtbaar








Hoe zwaarder een stelling is uitgevoerd, hoe meer druk er opgevangen moet worden, hoe dikker over het algemeen een voetplaat zal moeten zijn.

In de NEN-EN 15635 staat beschreven dat voetplaten ( en dus ook de vulplaten die eventueel worden gebruikt) volledig contact moeten hebben met de vloer: “base plates shall be in contact under their entire area with the floor of the building or any prepared plinth.The base plates shall be packed up with suitable steel shimming or grouting under the whole of the planarea of the base plate. Steel shims should be permanently located under the base plates or, if preferred,sufficiently strong and shrink-proof mortar can be injected under the base plates to fulfil a similar function.

Bij een eventuele keuring van magazijnstellingen zal hier dan ook naar gekeken worden. Hoe groter het oppervlak van de voet/vulplaat dat contact heeft met de betonvloer hoe beter de druk wordt verdeeld.

Voor stellingen van voor 2008 (NEN 5051) geldt voor de voetplaten iets identieks als voor nieuwere stellingen:

Voetplaten moeten over hun totale oppervlak in contact zijn met de gebouwvloer, of met de bovenkant van eventueel aanwezige opstortingen. Om dit te bereiken moeten, waar nodig, onder de voetplaten (stalen) vulplaatjes of dergelijke, plaatsvast en bestendig, worden aangebracht, dan wel kan worden gekozen voor achteraf ondersabelen met voldoend sterke en krimp vrije mortel.

Heb je te maken met vloeren anders dan beton dan moet er echt wel een specialist bijkomen die advies kan geven hoe de stellingen op extra grote zogenaamde drukplaten worden geplaatst of dat de stellingen in U-profielen geplaatst dienen te worden en hoe verankering uiteindelijk kan worden uitgevoerd. We hebben het dan over vloeren bestaande uit bijv.klinkers, stelconplaten of asfalt.

De vloer met de gebruikte voetplaat en de juiste wijze van verankering is de basis voor een degelijke opstelling van magazijnstellingen.

Een goed fundament is meer dan het halve werk.

Vriendelijke groet,

Frans Hardus

Geen opmerkingen:

Een reactie posten